Kunst

19 september 2020

‘Wow, wat zijn ze mooi vol.’ ‘Wat heb jij een sprekend gezicht.’ Hoe vaak ze me vroeger niet gezegd hebben dat ik met mijn dikke wenkbrauwen een van de zeven schoonheden bezat… Nou, een paar chronische auto-immuunaandoeningen en de nodige medicijnstrippen verder kan ik je melden dat mijn wenkbrauwen tegenwoordig vooral schitteren door afwezigheid. Of beter gezegd schitterden, want sinds mijn bezoek aan een Liempdse schoonheidskunstenares gisteren heb ik ze weer! En o, wat heb ik ze gemist.

Nu zul je zeggen ‘ik zie toch echt al maanden wenkbrauwen op je foto’. Klopt, dat waren neppers, getekend met bruin potlood. Zonder make-up zat er vrijwel niets meer en was mijn gezicht zo uitdrukkingsloos als iemand die wekelijks naar de botox grijpt. Net als rimpels, kuiltjes en sproetjes geven wenkbrauwen je gezicht expressie. Ze zorgen voor mimiek en tonen emotie, de oogbeschermende functie nog niets eens in beschouwing genomen. Dus nee, naar buiten zónder waagde ik me amper meer. En ja, ik miste ze. Enorm. Maar definitief in mijn gezicht laten prutsen? Geen dunne haar op mijn angstige, onzekere hoofd die eraan durfde te denken. Ik zou er vast zo gaan uitzien als Wenkie uit MAFS, en bovendien ben ik zo’n perfectionistische tuthola die de mascara uit handen van de visagist trekt en in janken uitbarst als bijpunten in de ogen van de kapper snoeien blijkt te zijn. 

Goed, ik vond het dus doodeng. Gelukkig konden zowel ik als de lieve, geduldige, over bergen mensenkennis en nog meer inlevingsvermogen beschikkende microblading expert na vier uur zweten opgelucht ademhalen. Ik heb mijn gezicht terug! In elk geval voor één tot twee jaar. Voortaan spreek ik ook weer als ik niet praat. En praat ik nooit meer over nep, maar over kunst. 

Oorspronkelijke publicatie: 
bd.nl

Tel. 06 2470 1616info@typischfem.nl