Volop ontwikkelingen rondom New Kids-friettent ’t Pleintje in Maaskantje. Nee, deze tot bedevaartsoord uitgegroeide toeristische trekpleister wordt geen rijksmonument of zo. De houten hut gaat juist tegen de vlakte. De eigenaresse gaat er een grotere, luxere, stenen cafetaria voor terugzetten. O neeeeee, denk ik dan. Daar gáát jullie unique selling point. Van die standaard friettenten zijn er toch al genoeg?
Nu eten de mensen hun frikandel speciaal nog in een uitgebouwde bouwkeet op een kruk aan de vensterbank. Juist de reden dat ze het tot cultfriettent geschopt hebben, lijkt mij. En dan willen ze nu twee keer zo groot, stenen muren, toiletten, tafeltjes en stoelen? Zodat ze niet meer opvallen tussen de duizenden andere friettenten en volgende keer vooral niet meer uitgekozen worden als er een karakteristiek filmdecor gezocht wordt? Ik snap het niet helemaal.
Ook onze knusse dierentuin Best Zoo heeft soortgelijke groeiambities en gaat fors uitbreiden. Ze willen net zo worden als de vele giga-dierentuinen die ons land al rijk is. Zijn as we speak op giraffenzoektocht, hebben wombats besteld, verhuizen de ringstaartmaki’s en halen de kamelen terug die ze een paar jaar geleden uitzwaaiden. Terwijl het net zo’n lekker overzichtelijk park was. Ideaal voor een kinderfeestje of spontaan zondagmiddagbezoek, ook omdat je niet meteen je credit card hoefde te trekken. Wat onderscheidt ze straks nog van de massa?
Waarom willen wij mensen toch altijd meer of groter en denken we dat dat beter is? Misschien ligt je charme juist in het kleinschalige of is het kneuterige helemaal jouw handelsmerk. Bijna zou ik dan ook willen zeggen: denk bij grootse plannen, veranderingsdrang of groeiambitie even goed na of het inderdaad een verbetering is. Misschien is het namelijk wel best zo.